Hoewel veel horlogemakers beweren dat zij het polshorloge hebben uitgevonden, was iets eenvoudigs als een horloge aan je pols bevestigen niet echt iets wat ‘uitgevonden’ moest worden – het is voor de hand liggend. Er is daarom geen patent voor het polshorloge; iets voor de hand liggends kan niet gepatenteerd worden. Echter, de geschiedenis van hoe het horloge om de pols gedragen werd, of tenminste om de pols van een man, is interessant.
In hun monumentale ‘Techniek en geschiedenis van het Zwitserse horloge’ (ISBN 0 600 03633 2, weegt bijna 2,5 kg, echt monumentaal), vertellen de auteurs, Eugène Jaquet en Alfred Chapuis, het volgende verhaal over de uitvinding van het polshorloge: ‘Er is veel geschreven over dit onderwerp, en wijzelf hebben het volgende verhaal gehoord van een oude graveur: Een vrouw, zittend op een bankje in een openbaar park, gaf haar kind borstvoeding. Om de tijd in de gaten te houden, had ze haar horloge om haar arm gebonden. Een voorbijganger was getroffen door deze naïeve vindingrijkheid. Toen hij thuiskwam, laste hij twee hoorns op een dameshorloge en voegde een bandje toe.’
Verwachten Jaquet en Chapuis echt dat de gecombineerde breinen van de horloge-industrie, die mechanische complicaties hadden geproduceerd zoals de chronograaf, de minutenrepeater, de eeuwigdurende kalender en de tourbillon, niet op het idee konden komen om twee stukjes draad aan een horlogekast te lassen voordat ze de ‘naïeve vindingrijkheid’ van deze vrouw zagen? Absoluut nee!
Professor Jaquet en dokter Chapuis waren twee zeer vooraanstaande horlogemakers. Professor Eugène Jaquet was directeur van de Horlogeschool van Genève, en Alfred Chapuis was doctor honoris causa van de Universiteit van Neuchâtel. Bijna alle horlogemakers beweren de eerste te zijn geweest die een polshorloge maakten, en dit verhaal is hoe Jaquet en Chapuis de spot drijven met die beweringen. Merk op hoe ze zeggen ‘… en we hebben zelf het volgende verhaal gehoord …’, alsof ze nog een ander verhaal (duidelijk belachelijk) in de mix gooien, terwijl ze benadrukken dat het bevestigen van een horloge aan je pols gewoon ‘naïeve vindingrijkheid’ is en geen enorme technische doorbraak.
Het creëren van een open polshorloge met de 12 op de juiste plek op de pols, de secondewijzer op 6 uur en de kroon op 3 uur, vereist veel meer dan het simpelweg lassen van een paar draadogen aan een zakhorloge. De eerste polshorloges voor mannen werden gecreëerd in het begin van de 1900 door de paradoxale beweging van het plaatsen van een savonnette-beweging in een speciaal ontworpen Lépine-kast. Maar dit was technisch niet moeilijk, en het heeft zeker niet het gebruik van polshorloges door mannen vertraagd.